Youna liep wat rond. De grote zalen en onbekenden maakten Youna erg onzeker. Ze kende niemand en was pas nieuwe. Al duizenden keren was ze verloren gelopen door de lange gangen en kwam ze daarom veel te laat op afspraken. Ze zuchtte eens diep en ging zitten, haar hoofd rustend op haar handpalmen. Er waren ergens tranen zichtbaar in haar rode ogen. War als dir heel het jaar zo zou zijn? Daar wou ze liever niet aan denken. Na een tijdje legde ze zich plat op de bank en keek naar het hoge plafont.